Nog niet lang geleden had ik het grote geluk om geïnterviewd te worden in een avondvullend boekenweekprogramma waarin ook Hans Dorrestijn optrad. Vol bewondering keek ik hoe ontspannen en energiek hij zijn verhaal vertelde. Dorrestijn is al over de zeventig, je zou het niet zeggen. Zijn performance ging over zijn nieuwste boek met de verleidelijke titel Dudeljo. Een titel die meteen rond gaat zingen in je hoofd en een glimlach op je gezicht tovert. Over die glimlach vertelde Dorrestijn met passie. Wie ‘s morgens vroeg zijn blik naar buiten richt en een mooi en bezig vogeltje spot, kan niet anders dan glimlachen. En die glimlach houdt je de rest van de dag gezelschap. Nou is Hans Dorrestijn iemand die lang niet altijd vrolijk is en dat ben ik ook niet. Wij zijn allebei van het sombere soort. Na afloop van de avond spraken we daarover: hoe de ontelbare en gigantische problemen van deze wereld zwaar op ons gemoed kunnen drukken. Hoe levensreddend het voor ons is om onze blik op het kleine te richten, bescheiden wonderen te zien en te voelen, vooral in de natuur. Zodat er een glimlach op ons gezicht verschijnt die ons boven onze somberheid uittilt, de dag verlicht, de zwaarte van het leven verzacht.
Ik ben niet makkelijk aan het lachen te brengen. Misschien omdat veel humor de diepte van de somberheid mist. Maar die avond stroomden de tranen van het lachen over mijn wangen. Bij Dorrestijn voel je die bodem van het zwarte onder zijn grappen, het lijden dat smeekt om die glimlach.
De Wielewaal is de lievelingsvogel van Dorrestijn. Vandaar de titel van zijn boek. Jarenlang liet ik deelnemers aan de training persoonlijke effectiviteit die ik regelmatig gaf, het bijbehorende lied zingen: Kom mee naar buiten allemaal, dan horen we de Wielewaal. We zongen het buiten, in canon, lopend. Nooit weigerde er een cursist om mee te doen. Na afloop waren we allemaal vrolijk.
Aan het eind van Dorrestijns verhalen over vogels begon hij over dit lied. Het is ook zijn lievelingslied. Kordaat deelde hij de zaal in tweeën en droeg ons op over de Wielewaal te zingen. In canon. Iedereen kende het, iedereen deed mee.
We verlieten de zaal met een glimlach op ons gezicht….