· 

Celloretraite

Sinds ik Amsterdam verruild heb voor Zutphen verzucht ik van tijd tot tijd dat ik het culturele leven zo mis. Natuurlijk is er ook hier een schouwburg en een filmhuis, maar het aanbod is vele malen kleiner dan in de hoofdstad. Ik ga graag naar het theater, ik houd van de spanning die ik voel als echte mensen een paar meter bij mij vandaan een werkelijkheid creëren waar ik gedurende het stuk bijna deel van uit maak. Ik houd van de nabijheid van musici die zich vlak voor mijn ogen inspannen om hun instrument te laten stralen, hun stem met mij delen. Live betekent voor mij letterlijk lijfelijk. Lichamen die zich voor mijn ogen inspannen om een performance neer te zetten, de geur van zweet, het zwoegen en fronsen, soms een misser, het hoort er allemaal bij. Mijn voorkeur gaat dan ook uit naar de kleine theaters, waar je als publiek op elke rij dichtbij het podium zit en daarvan zijn er in deze regio niet zo veel.

 

Eens per twee jaar wordt dit gemis ruimschoots gecompenseerd. Dan vindt in Zutphen het cellofestival plaats. Vijf dagen lang vinden op verschillende locaties concerten plaats met de cello in de hoofdrol. Vijf dagen lang dompel ik mij onder in suites van Bach, in combinaties van poëzie, cello en zang, in de meditatieve melodieën die het cellooctet Amsterdam ten gehore brengt in de overdonderende stukken voor orkest en cello van Sint Saëns en Sjostakovitsj. De eerste avond zit ik nog wat onwennig in de harde kerkbank van de Sint Janskerk. Ondanks een prachtige bewerking van de Canto Ostinato dwalen mijn gedachten soms nog af. De Bachsuites die ik de volgende morgen in de Refter van het Stedelijk museum beluister omringen mij met zoete tonen, langzaam daal ik in, zink weg in de muziek. Het is vergelijkbaar met een vakantie: de eerste dagen zijn er nog momenten van schrik over wat er eigenlijk nog op werkgebied gedaan had moeten worden, over vergeten zaken, over of huis en haard wel goed achtergelaten zijn. Dan omringen de bergen, de natuur of de stad je, bouwen een muur tussen het leven thuis en het nu. Tot er alleen maar nu is, het nu van een wandeling, een mooi boek, een uitzicht, een ruïne.

 

Het cellofestival is voor mij een vorm van retraite, die ik mij vaker dan om het jaar zou moeten gunnen, maar die gedachte parkeer ik maar even. Nu is er deze schat aan muziek, die het kleine mooie Zutphen vult.

Gelukkig zijn we pas halverwege.